Het is een waar wonder hoe de mens zich ooit vanuit Afrika
over de hele wereld heeft kunnen verspreiden. Men had toen geen enkele vorm van
navigatie en deed het dus allemaal op gevoel of aan de hand van de stand van de
zon, de maan en de sterren. Dit klinkt makkelijk, maar velen van ons zouden
niet eens een willekeurige winkel kunnen vinden zonder gebruik te maken van een
navigatiesysteem. Het is maar goed dat we deze nu hebben, maar wat ging er aan
vooraf?
In de oudheid werden voornamelijk de sterren gebruikt om
routes uit te stippelen. Met verrekijkers en de sextant kon met de route aardig
bepalen. In de middeleeuwen breidde men dit uit: scheepslui konden over de
zeven zeeën navigeren dankzij en sextant en het kompas. Ook werden vuurtorens
gebouwd om de zeelui het navigeren nog
gemakkelijker te maken.
De grootste ontwikkeling waar we ook onze huidige GPS aan te
danken hebben is een uitvinding van het Amerikaanse leger. GPS, voluit Global
Positioning System is een netwerk van verschillende satellieten. Deze veertig
satellieten meten heel precies hoe ver ze van jou verwijdert zijn. Door dit met
verschillende satellieten tegelijk te doen kan uiteindelijk je locatie
gemakkelijk bepaald worden.
GPS wordt op veel manieren gebruikt, bijvoorbeeld in het
leger, maar voornamelijk ook in telefoons, auto’s en andere voer- en
vliegtuigen. Tegenwoordig worden ze niet alleen meer gebruikt voor navigatie,
maar ook ter beveiliging. Zo wordt de GPS
Tracker geïnstalleerd in de auto en kan men zo gemakkelijk in de gaten
houden waar het voertuig zich bevind. Dit heeft nog extra voordelen ook, want
zo kan een bedrijfseigenaar bijvoorbeeld precies zien waar zijn koeriers zich
bevinden. Ook kan het ingezet worden als fleet management
systeem waardoor men altijd overal een real time beeld heeft van de huidige
situatie.